Kippen houden in de winter?

Heeft u er destijds bij het aanschaffen van uw hoenders aan gedacht om uw kippen in een degelijke huisvesting onder te brengen of heeft u toen voor de goedkoopste manier gekozen door een vrij oncomfortabele “ behuizing” ter beschikking van uw dieren te stellen? Is het hok op de foto hieronder misschien het uwe? Geen deur, geen isolatie … In het laatste geval heeft u zich dat misschien wel al beklaagd. Dieren hebben zoals mensen nood aan een aangepast binnenverblijf dat in de zomer niet lijkt op een sauna en in de winter niet te veel vocht en tocht in de verblijfsruimte toelaat.

Kippenhok
Hoewel het nu misschien te laat is om nog de nodige aanpassingswerken uit te voeren geef ik toch nog enkele aandachtspunten mee die ook in betere hokken niet altijd zijn wat ze horen te zijn. In dit stukje worden de kwaliteiten van een behoorlijk kippenverblijf nog eens op een rijtje gezet.

De koude
Een hoen voelt zich “ kiplekker “ bij een temperatuur van om en bij de 15° C. Van zodra de temperatuur naar boven of naar beneden afwijkt, oefent ze een nadelige invloed uit op de vitaliteit, de scharrelactiviteit, de voederopname, de omvang en zelfs de kwaliteit van de productie.

Vermits drinkwater één van de basisbehoeften is waarop een hoen zijn hele leven afstemt, is het logisch dat we bij koud er voor moeten zorgen dat het drinkwater niet bevriest zodat de dieren de ganse dag door over drinkbaar water beschikken. Een dier dat vier uur niet kan drinken, ondervindt daar in haar productie reeds de negatieve invloed van. Bied als het kan in de winter daarom het drinkwater aan in het hok.

De voorwaarde is wel dat het hok vorstvrij wordt gehouden en dat kan alleen maar indien het een goede behuizing is. Ideaal is natuurlijk een hok waarin er een elektriciteitsvoorziening is zodat men kleine verwarmingselementen kan plaatsen waardoor er een constante temperatuur kan aangehouden worden die boven de nul graden Celsius blijft.

Iedereen weet dat een hok met muren van cementplaten, voorzien van grote ramen en afgedekt met asbest- of aluminium dakplaten, onbewoonbaar is, zowel in de zomer als in de winter. Daarentegen zal een stenen constructie, met een spouwmuur of een houten gebouw met dikke wanden maar telkens met een beperkte glasoppervlakte en een goed geïsoleerd dak, heel wat beter voldoen aan de vereisten.

De duisternis
Een hen produceert pas eieren, of komt pas aan de leg als er minimum 14 uren daglicht zijn per etmaal. Met andere woorden licht stimuleert de leg alsook de activiteit van de dieren, de voedselopname, de spijsvertering, … en de geslachtsdrift van de hanen. Logisch dus dat de al eerder besproken elektrische voorzieningen hun nut kunnen hebben om, in combinatie met een lichtschakelaar of dimmer, de daglengte in het hok regelbaar maken.

Duisternis drukt de intensiteit van de levensverrichtingen en doet ze dalen tot een minimum. Op die manier kan er niet veel productiviteit verwacht worden. Wanneer u zorgt voor bijverlichting doet u dat best s ’morgens. Na een koude nacht waarin veel energie werd opgebruikt, begint de dag enkele uren vroeger en zo kunnen de dieren al hun krop vullen met het beschikbaar voer. Een nadeel kan zijn dat de hanen de nachtrust van de omwonenden kunnen storen omdat zij op een vroeg uur beginnen te kraaien. Goed geïsoleerde hokken zijn in dat geval dus ook geen overbodige luxe. Om met een extra bijverlichting de leg op gang te krijgen moet u ervoor zorgen dat de lichtsterkte voldoende is in gans het hok en vooral dat ze niet plots met enkele uren wordt verlengd. Doet u dat wel dan komen de dieren in de rui en is het helemaal gedaan met de eventuele leg op dat moment. Als u er toch voor kiest om de bijverlichting s’avonds uit te voeren, kan een lichtdimmer ervoor zorgen dat de dieren tijdig op de zitstokken plaatsnemen. Zo belanden ze niet plots in het duister terwijl ze misschien nog aan het rondscharrelen zijn in het hok.

De vochtigheid
Het is alom bekend dat vocht (en tocht) de grootste vijanden zijn van de kippen. Dieren die de ganse dag buiten rondscharrelen moeten s’ avonds (en natuurlijk ook gedurende de dag) in een droog hok kunnen komen. Vocht (tocht) veroorzaakt ziektes en doet de leg dalen. In de winter komt daar nog een extra probleem bij. De relatieve luchtvochtigheid is in de winter meestal heel wat hoger dan tijdens de overige jaargetijden.

Het resultaat hiervan is dat die vocht wordt afgezet tegen muren, ramen, ruiten en op andere plaatsen in het hok. De meeste vocht zal condenseren tegen het dak en zo voor een constante drup zorgen. Op die manier wordt het bodemstrooisel te nat, kleverig en papperig. De vochtdruppels zullen ook op de dieren neervallen die zich daar heel onbehaaglijk bij gaan voelen. Het logisch gevolg hiervan is dat er zich ziektes ( snot ), ademhalingsstoornissen en andere ongemakken gaan voordoen bij de dieren.

Het nat bodemstrooisel wordt een haard van besmettingen. De productie zal afnemen en de hygiëne in het hok wordt penibel. Indien het in het hok kan vriezen zal de vochtigheid die neerslaat op de kammen van de dieren aanvriezen en op die manier worden de kammen beschadigd. Wist u dat een bevroren hanenkam kan leiden tot een onvruchtbaar dier (veelal het geval bij de haan…) ?

De verluchting
Van alle dieren verbruikt een hoen de grootste hoeveelheid zuurstof per kilogram lichaamsgewicht. De lucht onderhoudt en zuivert het bloed zodat ze de kosteloze regelaar is van alle levensverrichtingen en de bron van alle lichaamswarmte. Er is dus een bestendige toevoer van lucht in het hok nodig om nieuwe zuurstof aan te voeren en om tegelijkertijd de ammoniakgassen en de vochtigheid af te voeren.

Een fout die veel liefhebbers maken, is om in de winter alle kieren en verluchtingen dicht te draaien met de bedoeling dat de kippen niet in de kou zouden zitten. Tocht is natuurlijk niet wenselijk toch moet er aandacht geschonken worden aan een degelijke verluchting. Laat dus liever de verluchtingsgaten open of laat op geregelde tijdstippen nieuwe ladingen verse zuurstof in het hok binnendringen. In principe mogen de dieren niet voelen op welke plaats de verse lucht binnenkomt want op die plek ontstaat een tocht die de dieren schuwen. Hou deze regel goed in het oog: verluchting en vochtigheid regelen, primeert op het probleem “koude“. Anders gezegd komt het er op neer dat het liever wat te koud in het hok is dan slechte, vies ruikende en vochtige lucht in de dierenverblijven te hebben.

Blijft u graag op de hoogte van al onze tips en adviezen voor kippen? Schrijf u onderaan deze pagina in op de nieuwsbrief.


Loading
Loading