KanariesKanarie

Wat is er mooier en kleurrijker dan de dagelijkse aangename zang van een kanarie in huis. De kanarie (Serinus canaria) is een zangvogel uit de familie Fringillidae en vindt zijn oorsprong op de Canarische eilanden. Vandaar ook zijn naam. Op deze eilanden leven nog steeds wilde kanaries. Zij zijn echter iets groter dan de Europese gekweekte vogels. Kwekers kweken onder andere op kleur, vorm en zangkwaliteit. Hierdoor kan men kanaries in vele kleuren aantreffen: rode, gele, witte, bonte, enz.

We kunnen deze vogels opdelen in drie grote groepen. Zo zijn er de kleurkanaries, de postuurkanaries en de zangkanaries. Elk van deze groepen heeft een specifieke behoefte waaraan hun voeding moet voldoen. Zo is het voor bepaalde kleurkanaries van belang dat er geen raapzaad in de mengeling aanwezig is. Raapzaad bevat namelijk een natuurlijke kleurstof. Ook voor de grotere postuurrassen is een mengeling zonder raapzaad aangewezen.

De zang van de kanarie kan zeer gevarieerd zijn. Het zijn meestal de mannetjes die uitgebreid zingen omdat zij op deze manier hun territorium afbakenen. Vrouwtjes zingen slechts bij hoge uitzondering.

Dit vogeltje wordt al eeuwen als huisdier gehouden. Eén van de eerste afbeeldingen dateert van 1580. In het Nederlandstalig landsgedeelte noemt men een kanarievogel soms ook een kanariepiet. Vroeger werden er kanarievogels in de mijnbouw gebruikt. Hij overlijdt namelijk zeer snel als het dodelijk gas, koolmonoxide, aanwezig is. Hierdoor kregen de mijnwerkers de gelegenheid om de plek des onheil te verlaten.

Gebrekkige voeding:
Eeen kanarie is van nature uit een zaadeter. De snavel is dan ook aangepast om zaadjes te pellen en het volledige spijsverteringsstelsel is er op ingesteld om deze gepelde zaadjes te verteren en om te zetten in voedingsstoffen die door de vogel kunnen opgenomen worden. Het spreekt dan ook voor zich dat een enkele zaadsoort onvoldoende uitgebalanceerd is.

Slechte huisvesting
Het gebeurt vaak dat een kanariekooi vlak voor een raam en boven een radiator gehangen wordt. De invloed van zon en glas in combinatie met de opstijgende warmte, heeft dikwijls tot gevolg dat de temperatuur in de kooi oploopt tot 30 graden. Dit is echter veel teveel. Plaats daarom een kanariekooi op een tochtvrije plaats waar de temperatuur niet te hoog kan oplopen.

Ontregeling van zijn natuurlijk bioritme:
In de natuur wisselen korte en lange dagen, koude en warme periodes mekaar af. In onze huizen is het echter steeds even warm en zijn de dagen steeds even lang door het inschakelen van kunstlicht. Daarom is het aan te bevelen om de vogel een jaarlijkse rustperiode te gunnen. Plaats hem daarom gedurende enkele maanden in de nazomer of in de herfst in een koelere ruimte, waar ook het licht minder brandt. Bovendien stimuleert dit de rui.

Volière vogels

Door de verscheidenheid aan vogels in een volière, is een goede uitgebalanceerde voeding van primair belang voor de gezondheid, groei en het nageslacht. Een aantal voedingstoffen zijn onontbeerlijk voor vogels. Het zijn eiwitten, mineralen en water (= bouwstof), vetten(= brandstof), koolhydraten (= energiebron), en vitamines (= beschermende stof). Mijten Volière voer bestaat uit een natuurlijk evenwicht van de juiste hoeveelheden van al deze voedingsstoffen die het lichaam van een vogel nodig heeft.

Inlandse vogels

VinkVoor eenzelfde groep vogels wordt de benaming inlandse vogels of wildzang gebruikt. Het betreft alle vinkachtigen (Fringillidae) zoals vinken, sijzen, haak- en kruisbekken, enz. De naam is afgeleid van het latijn fringilla, het geen vink betekent.

De meeste soorten komen voor op het Europese continent maar ook op andere werelddelen kunnen ze voorkomen. Inlandse vogels eten hoofdzakelijk zaden. Tijdens de kweek hebben ze veel insecten nodig. Deze vogels hebben een korte sterke snavel met grote kaakspieren die ze nodig hebben om de harde zaden te kraken.

Parkieten

Parkieten zijn kleine papegaaiachtigen. Zij komen oorspronkelijk uit Australië. De grasparkiet is veruit de meest gekende soort en wordt vooral gehouden als huiskamergenoot. Uiteraard bestaan er ook soorten die speciaal voor tentoonstellingen gekweekt worden.

Het is belangrijk een compleet voeder te verschaffen aan elk type vogel. Maar de grote van de snavel staat ook zeker in relatie met de keuze van de zaden in het voer. Daarom biedt Mijten ook een mengeling aan met kleine zaden voor de kleine parkietrassen. De hoeveelheid voedsel hangt af van de grootte, de mate van activiteit en de temperatuur van zijn omgeving.

Indien u grasparkieten binnen houdt, zet dan de kooi op een tochtvrije plaats in de huiskamer. De kooi kan u best op ooghoogte hangen of zetten. Grasparkieten zijn van nature uit echte klimmers. Zorg daarom voor een hoge kooi met horizontale spijlen. Het is best dat de houten zitstokjes verschillende diktes hebben. Let wel op dat de nageltjes van de voor- en achtertenen mekaar niet kunnen raken bij het omklemmen van de stok. Vervang tijdig de zand in de zandlade. Regelmatig een badje appreciëren de meeste parkieten.

Grote parkieten

Grote parkietGrote parkieten vinden we op elk continent terug en kunnen volgens deze herkomst meestal ook ingedeeld worden. Naast de Aziatische, de Zuid-Amerikaanse en de Australische grote parkieten worden ook de agaporiniden, de forpussen en de neophama’s tot de grote parkieten gerekend. Deze vogelsoorten kunnen in tegenstelling tot de grasparkieten, ook grovere zaden tot zich nemen. Denk maar aan zonnepitten, boekweit, cardy, ... .

De vogel kan volledig leven op zaden en granen, maar er moet een variatie zijn. De kwaliteit, het land van herkomst en de oogsttijd van de zaden zijn zeer belangrijk. In zaden kan de aanwezige natuurlijke kracht en voedingsstoffen maar maximaal tot hun recht komen als ze perfect en voldoende afgerijpt geoogst worden. Alleen deze zaden komen in aanmerking om onze mengelingen te maken. De perfectie schuilt in de selectie!

Tropische vogels

Tropische vogelEen goede voeding is van belang voor de gezondheid, groei, ontwikkeling, prestatievermogen en het nageslacht van exotische vogels. Een goede voeding is een voeding waar stoffen in de juiste verhoudingen voorkomen die de vogels nodig hebben.

Onderzoek en ontwikkeling, gesteund op meer dan 75 jaar ervaring, hebben geleid tot onze unieke constante samenstelling met de juiste voedingsstoffen voor tropische vogels. 

PapegaaienPapegaaien

Het woord papegaai is afkomstig van het Spaanse woord papagayo, hetgeen in het Nederlands omgevormd is tot “gaai”. Papegaaiachtigen hebben een zeer sterke kromme snavel die bijzonder geschikt is voor het kraken van harde zaden en noten. Typisch is ook dat de ondersnavel onafhankelijk van de bovensnavel bewogen kan worden. Deze snavel gebruikt hij tevens ook om te klimmen. Dit gecombineerd met zijn krachtige tenen maakt van hem een bedreven klimmer.

De meeste papegaaien hebben een zeer kleurrijke vederdracht. Het zijn zeer sociale vogels die veel aandacht opeisen. Een gebrek hieraan leidt dikwijls tot verveling hetgeen kan leiden tot vederplukken en onophoudelijk krijsen. Een papegaai zal de aandacht van de mens proberen te trekken door zijn stem na te bootsen.

Anderzijds zijn het zeer dominante vogels. In de vrije natuur leven ze in groep waar een strikte rangorde geldt. De hoogte van de zitplaats bepaald de dominantie. Een tamme papegaai die regelmatig mag plaatsnemen op het hoofd van zijn eigenaar of op andere hoge plaatsen kan leiden tot problemen van dominantie. Voorkomen is ook in dit geval beter dan genezen. Papegaaien kunnen een hoge leeftijd bereiken (50 jaar of meer).

Papegaaien eten een zeer gevarieerd dieet. Bij de voeding van papegaaien staat voorop dat ze in een goede conditie oud kunnen worden zonder storende voedingsfouten. Mijten papegaaienvoeding is een compleet voeder. In de vrije natuur eten papegaaien naast gedroogde zaden ook pitten en noten. Deze worden door de papegaai gepeld en met veel genot verorberd. Let erop dat de papegaai niet selectief eet. Naast een goed zaadmengsel mag onze mooie vogel allerlei versnaperingen en extraatjes krijgen. Uiteraard met mate!

Tuinvogels

TuinvogelsTuinvogels of vogels in de natuur worden door de mens weliswaar niet gekweekt maar zij leven dikwijls in dezelfde omgeving als de mens. Prachtig toch om zoveel activiteit in uw eigen tuin te mogen beleven. Helaas vinden deze vogels ten gevolge de verstedelijking en toegenomen vervuiling niet steeds voldoende voedsel. Dit hebben ze niet enkel nodig om te voorzien in hun zelfonderhoud, maar ook voor hun jongen. Daarom is het aan te raden om op een vaste en veilige plaats steeds een weinig voedsel te voorzien.

In de winter is het geen overbodige luxe om in de tuin vers drinkwater te voorzien. Plaats een ondiepe schaal op een windvrije plaats. Geen suiker of zout toevoegen om het vriespunt te verlagen. Let op dat de vogels enkel van het water kunnen drinken en er zich niet kunnen in wassen. Hiervoor is het te koud. Natte veren zouden hen ook kunnen beperken in hun bewegingen waardoor ze gemakkelijke ten prooi kunnen vallen van roofdieren. Dit kan gemakkelijk vermijden door een rooster of een gaas over de schaal te leggen.

Uiteraard kan u in de tuin ook een aantal planten voorzien die zeer geliefd zijn bij wilde vogels. Hoe meer afwisseling in de tuin, hoe beter de vogels er zich zullen thuisvoelen. Een tuin is niet altijd even veilig voor vogels. Katten liggen regelmatig op de loer. Daarom plaatst u best de voederschalen hoog genoeg en dicht bij een struik waar ze snel een schuilplaats vinden.

Gebruik geen metalen voederbak. Bij hevige vorst kunnen de vogels hieraan vastvriezen. In het voorjaar is het broedtijd dus voorzie gepaste nestkastjes op strategische plaatsen. Met een beetje geluk, heeft u twee broedsels per jaar.


Laden
Laden