Image title

Wat voer ik aan mijn fokmerrie?

De nutritionele behoeften van drachtige en vooral lacterende merries zijn verschillend ten opzichte van andere paarden. De bodyconditie van deze merries heeft een effect op het ongeboren veulen en op de kwaliteit en kwantiteit van de melk.

Drachtige merries moeten voldoende voer krijgen. Wanneer zij ondervoed worden moeten ze hun eigen vetreserves aanspreken en in een extreem stadium zelfs lichaamseigen eiwitten. Het spreekt voor zich dat dit voor negatieve gevolgen zal zorgen. Hier tegenover staat ook dat de drachtige merrie niet te dik mag zijn. Bij obese merries kan insulineresistentie ontstaan, dit heeft een effect op de vruchtbaarheid maar kan ook tot predispositie van insulineresistentie bij het veulen leiden. Insulineresistentie heeft een invloed op de botstofwisseling en kan orthopedische aandoeningen beïnvloeden.

Het voeren van fokmerries kan in 4 periodes opgedeeld worden.

  • Vroege dracht

Een normale dracht is 11 maanden. De eerste 6 maanden zijn op fysiologisch gebied de minst veeleisende. De energiehoeveelheid die nodig is tijdens deze periode is slechts 1.03 keer meer dan energie voor onderhoud. Dit kan opgevangen worden door een rantsoen van kwaliteitsvol ruwvoer aangevuld met vitaminen en minarelen en/of een goed onderhoudsvoer zoals Hippalgo gerstemix of Hippalgo quattro.

  • Late dracht

Tijdens de laatste termijn van de dracht is de energiebehoefte 30% boven onderhoud. Doordat het veulen heel wat volume begint in te nemen kan de merrie ook niet meer zoveel ruwvoer opnemen omdat er inwendig gewoon niet meer voldoende plaats is. Tijdens deze periode wordt het dus zeker aangeraden om een krachtvoer aan het rantsoen toe te voegen.  Wanneer er een goed krachtvoer gegeven wordt, is extra supplementatie van vitaminen en mineralen overbodig. De bodyconditie moet tijdens deze periode goed gecontroleerd worden en indien nodig bijgesteld. Op het einde van de dracht wordt er ook best een noodplan voorzien als de merrie geen of te weinig melk heeft. Dit kan colostrum zijn van andere gezonde merries of Hippalgo veulenmelkpoeder.

  • Vroege lactatie

Dit zijn de eerste 12 weken nadat het veulen geboren is. De voeropname van de merrie is tijdens deze periode dubbel zoveel als tijdens onderhoud! Enkel ruwvoeropname volstaat hier niet. Als de merrie onder meer een laag eiwit en energiearm rantsoen krijgt zal ze minder melk produceren dan merries die een beter rantsoen tot beschikking hebben. Het is dus van belang dat het krachtvoer aangepast is aan de noden van een lacterende merrie en haar veulen, Hippalgo merrie- en veulenmix. Er moet een constante water voorziening zijn want ook deze kan meer dan het dubbele zijn.

  • Late lactatie

Na 12 weken gaat de melkgift verlagen en hierbij ook de voedselopname van het de merrie tot op niveau van onderhoud op het moment dat er gaat gespeend worden. Tijdens deze periode is het van belang dat het veulen zelf voldoende toegang heeft tot ruwvoer en een aangepast krachtvoer zoals Hippalgo merrie- en veulenmix.

Image titleBovenstaande grafiek geeft de hoeveelheid krachtvoer weer van een gemiddeld warmbloedpaard.


Voor vrijblijvend (voedings)advies op maat van uw paard, kan u steeds terecht bij onze voedingsadviesservice
Blijft u graag op de hoogte van al onze tips en adviezen voor paarden? Schrijf u onderaan deze pagina in op de nieuwsbrief of volg ons op: Image title


Preston, L., 2016, The ultimate guide to horse feed, supplements and nutrition, Skyhorse Publishing

Chargement en cours
Chargement en cours